Skip to content

Commit

Permalink
update query documentation
Browse files Browse the repository at this point in the history
  • Loading branch information
ElisabethKloren committed Jan 15, 2024
1 parent 347c139 commit 907a408
Show file tree
Hide file tree
Showing 3 changed files with 183 additions and 176 deletions.
166 changes: 0 additions & 166 deletions docs/code_documentation/h/5.md
Original file line number Diff line number Diff line change
Expand Up @@ -125,176 +125,10 @@ Van oorsprong hadden de NLCS objectentabellen een vaste structuur met 42 kolomme
</table>




2. De inhoud van de cellen in de objectentabellen moet worden geïnterpreteerd als tekst, ook wanneer die inhoud bestaat uit getallen.


### Arceringen
1. Voor objecten die (kunnen) worden gerepresenteerd door middel van arceringen, zijn binnen NLCS arceringenbibliotheken beschikbaar. De naamgeving van arceringen(-bibliotheken) is als volgt:

[STATUS]-BIBLIOTHEEK-ARCERINGNAAM_[OPT]

Verklaring:
<ol>
<li>STATUS kan zijn: B (Bestaand), T (Tijdelijk), V (Vervallen) of R (Revisie). Het invullen van de STATUS is optioneel en wordt alleen toegepast als de arceringen per STATUS afwijken van de generieke arcering (van de status Nieuw).</li>
<li>BIBLIOTHEEK: de naam representeert de bibliotheek waarin de arcering is opgenomen. Een arceringenbibliotheek kan ook één enkele arcering bevatten. Een bibliotheeknaam is opgebouwd uit de letter A (van Arcering) en de afkorting van de betreffende HOOFDGROEP (bijvoorbeeld: AVH is de naam van de arceringenbibliotheek die hoort bij de HOOFDGROEP VERHARDING).</li>
<li>ARCERINGNAAM: de naam van de arcering (doorgaans gelijk aan de naam van het betreffende OBJECT of SUBOBJECT). De opbouw van de arceringnaam is vrij. Er worden underscores (“_”) toegepast om de arcering nader te specificeren (voorbeeld: GRONDEIGENDOM_RIJK_VROM).</li>
<li>OPT: kan extra informatie bevatten over de weergave van de arcering (optioneel). Mogelijkheden zijn:
<ol>
<li>SO Een Schaalbaar Object is een object dat een verschaling krijgt ten opzichte van het model (Modelspace [AutoCAD] / Design model [MicroStation]). De verschalingsfactor is gelijk aan de plotschaal waarin het model in de layout/sheet zal worden geplot.</li>
<li>D als het een arcering in doorsnede betreft.</li>
<li>MM als de standaard eenheid van de arcering millimeter (mm) is.</li>
<li>SOD als het een Schaalbaar Object in doorsnede betreft;</li>
<li>SOMM als het een Schaalbaar Object betreft met millimeter als de standaard eenheid;</li>
<li>SODMM als het een Schaalbaar Object in doorsnede betreft met millimeter (mm) als de standaard eenheid;</li>
<li>DMM als het een symbool in doorsnede betreft met millimeter (mm) als de standaard eenheid.</li>
</ol>
</li>
</ol>


<table>
<caption>Voorbeelden van arceringennamen</caption>
<tr>
<td>N-AVH-ASFALT-D</td>
<td>Arcering nieuw asfalt in doorsnede uit de bibliotheek AVH (Arceringen Verhardingen)</td>
</tr>
<tr>
<td>B-AVH-ASFALT-D</td>
<td>Arcering bestaand asfalt in doorsnede uit de bibliotheek AVH (verschilt van de arcering van nieuw asfalt in doorsnede)</td>
</tr>
<tr>
<td>AKG-GRONDEIGENDOM_RIJK_DEFENSIE</td>
<td>Arcering grondeigendom van Defensie uit de bibliotheek AKG (Arceringen Kadastrale Informatie en Grenzen)</td>
</tr>
</table>

2. Een arcering wordt geplaatst op de NLCS laag behorende bij het object dat met de arcering wordt weergegeven.
Voorbeeld: de arcering die het object GRONDEIGENDOM_GEMEENTE representeert, wordt geplaatst op de laag N-WE-KG-GRONDEIGENDOM_GEMEENTE-A.
Hetzelfde object kan desgewenst ook worden gerepresenteerd door geometrie (G). Die geometrie wordt dan geplaatst in de laag N-WE-KG-GRONDEIGENDOM_GEMEENTE-G.
3. In principe bestaat een arcering van een OBJECT voor de STATUS V (Vervallen) uit de standaard arcering voor dat OBJECT, aangevuld met een streeparcering onder een hoek van 135o.
4. NLCS bevat een basisset arceringen. Gebruikers, softwareontwikkelaars of toeleveranciers kunnen desgewenst eigen arceringen(-bibliotheken) toevoegen. Om te bewerkstelligen dat deze eigen arceringen worden herkend door, en op de juiste wijze kunnen worden geplaatst met NLCS CAD-applicaties, moet de naamgeving ervan worden opgebouwd als in deze paragraaf is beschreven. De NLCS voorziet niet in het uitwisselen van eigen bibliotheken, houdt dan ook rekening met de mogelijke beperkingen in het uitwisselen van eigen bibliotheken tussen verschillende software applicaties. Bronbestand dienen beschikbaar gesteld te worden indien eigen arceringen buiten de organisatie toegepast dienen te worden.

### Symbolen
1. Voor objecten die (kunnen) worden gerepresenteerd door middel van symbolen, zijn binnen NLCS symbolen(-bibliotheken) beschikbaar.
2. De naamgeving van symbolen is als volgt:

[STATUS]-BIBLIOTHEEKNAAM-SYMBOOLNAAM_[OPT]

waarbij:
<ol>
<li>
STATUS kan zijn: B (Bestaand), T (Tijdelijk), V (Vervallen) of R (Revisie). Het invullen van de STATUS is optioneel en wordt alleen toegepast als de symbolen voor een STATUS afwijken van het generieke symbool (van de STATUS Nieuw);
</li>
<li>
BIBLIOTHEEK de naam is van de bibliotheek waarin het symbool is opgenomen. Een symbolenbibliotheek kan ook één enkel symbool bevatten. Een bibliotheeknaam is opgebouwd uit de letter S (van Symbool) en de afkorting van de betreffende HOOFDGROEP (bijvoorbeeld: SVH is de naam van de symbolenbibliotheek die hoort bij de HOOFDGROEP VERHARDING);
</li>
<li>
SYMBOOLNAAM de naam is van het symbool zelf (doorgaans gelijk aan de naam van het betreffende OBJECT of SUBOBJECT). De opbouw van de symboolnaam is vrij. Er worden underscores (“_”) toegepast om het symbool nader te specificeren (voorbeeld: TROTTOIRBAND_130150X250);
</li>
<li>
OPT extra informatie kan bevatten over de weergave van het symbool (optioneel). Mogelijkheden zijn:
<ol type="a">
<li>
SO Een Schaalbaar Object is een object dat een verschaling krijgt ten opzichte van het model (Modelspace [AutoCAD] / Design model [MicroStation]). De verschalingsfactor is gelijk aan de plotschaal waarin het model in de layout/sheet zal worden geplot.
<br>
Een Schaalbaar Object is te herkennen aan de “SO” suffix in de arcerings- of symboolnaam. Het symbool “N-SVW-MARKERING_PIJL_VERDRIJF_LI_5.0” moet dus 1:1 in het model worden geplaatst, terwijl het symbool “SAL-ORIENTATIE_NOORDPIJL-SO” wordt geplaatst met een verschalingsfactor die gelijk is aan de plotschaal. Bij 1:200 in meters wordt het symbool derhalve 0.2x verschaald geplaatst en bij 1:20 in millimeters wordt het symbool 20x verschaald geplaatst. Bij gebruik van een NLCS applicatie zal de SO suffix worden herkend en automatisch de verschaling worden toegepast.
</li>
<li>D als het een symbool in doorsnede betreft.</li>
<li>MM als de standaard eenheid van het symbool millimeter (mm) is.</li>
<li>SOD als het een Schaalbaar Object in doorsnede betreft;</li>
<li>SOMM als het een Schaalbaar Object betreft met millimeter als de standaard eenheid;</li>
<li>SODMM als het een Schaalbaar Object in doorsnede betreft met millimeter (mm) als de standaard eenheid;</li>
<li>DMM als het een symbool in doorsnede betreft met millimeter (mm) als de standaard eenheid.</li>
</ol>
</li>
<li>
Het standaard symbool voor een OBJECT de weergave is van dat OBJECT in situatie met één representatie (dus zonder STATUS en/of OPT).
</li>
</ol>


<table>
<caption>Voorbeelden van symboolnamen</caption>
<tr>
<td>SVH-KANTOPSLUITING_TB_130_150X250</td>
<td>trottoirband in situatie uit de bibliotheek SVH (Symbolen Verhardingen)</td>
</tr>
<tr>
<td>V-SVH-KANTOPSLUITING_TB_130_150X250</td>
<td>trottoirband vervallen uit de bibliotheek SVH (is anders dan het standaard symbool voor trottoirband in situatie)</td>
</tr>
<tr>
<td>SVH-KANTOPSLUITING_TB_130_150X250-D</td>
<td>trottoirband in doorsnede uit de bibliotheek SVH</td>
</tr>
<tr>
<td>SVW-MARKERING_SYMBOOL_FIETS_2.0</td>
<td>wegmarkering: fietssymbool, maat 2.0, uit de bibliotheek SVW (Symbolen Verkeerskunde Wegen)</td>
</tr>
<tr>
<td>SAL-AANKLEDING_AUTO2_BOVENAANZICHT</td>
<td>tekeningaankleding: bovenaanzicht van een auto uit de bibliotheek SAL (Symbolen Algemeen)</td>
</tr>
</table>


3. In principe bestaat een symbool voor een OBJECT met de STATUS V (Vervallen) uit het standaard symbool voor dat OBJECT met een kruis daar doorheen getekend.
4. Wanneer in de objectentabellen voor (SUB)OBJECTEN het ELEMENT ‘S’ (van Symbool) wordt vermeld, terwijl in de kolom ‘SYMBOOL’ niet wordt verwezen naar een NLCS bibliotheek, kan een symbool uit de eigen bedrijfsbibliotheek of uit een symbolenbibliotheek van derden worden toegepast.
5. Symbolen worden in de NLCS in principe altijd getekend by layer, een beperkt aantal symbolen wordt getekend by object (zie ook punt h.3).
6. Standaard worden symbolen in schaal 1:1 in het model geplaatst en daarna verschaald op tekening weergegeven.
SO symbolen worden in principe onafhankelijk van de schaal op een vastgestelde, vaste afmeting op tekening weergegeven. Wordt een SO symbool (bijvoorbeeld de Noordpijl) in de ontwerpruimte geplaatst, bijvoorbeeld in een viewport 1:1000, dan kan het symbool verschaald worden geplaatst.
7. Een symbool wordt geplaatst op een NLCS laag en wel op de laag van het NLCS object dat met het symbool wordt weergegeven.
Voorbeeld: het symbool dat het object MEUBILAIR_ABRI representeert, kan worden geplaatst op de laag N-WE-IE-MEUBILAIR_ABRI-S.
Een abri kan op een tekening ook worden weergegeven als getekend object, dus als geometrie (G). Die geometrie kan dan worden geplaatst op de laag:
N-WE-IE-MEUBILAIR_ABRI-G (geometrie ).
8. Kleur, lijnstijl en lijndikte (weigth/width) in een symbool kunnen op 3 manieren worden toegepast:
h.1 de geometrie van het symbool wordt geplaatst op layer "0" (in AutoCAD) of level "Default" (MicroStation) en heeft de “color by layer/level”, “linetype by layer/level” en “weight/width by layer/level” . Na plaatsing krijgt de geometrie van het symbool de kleur, de lijnstijl en lijndikte (weigth/width) van de laag waarin het symbool is geplaatst.
h.2 de geometrie van het symbool wordt geplaatst op NLCS lagen. Dit geldt meestal voor details en uitgebreide doorsneden;
h.3 de geometrie in het symbool heeft de eigenschappen “color by object”, “linetype by object” en “weight/width by object”. Geometrie met deze eigenschappen heeft een eigen kleur, en eigen lijnstijl en een eigen lijndikte, onafhankelijk van de laag waarin het symbool wordt geplaatst. Deze methode mag alleen worden toegepast bij symbolen waarvan de kleur, de lijnstijl en/of de lijndikte vast en onveranderlijk moeten zijn. Voorbeelden hiervan zijn verkeersborden of logo’s van bedrijven.

9. NLCS bevat een basisset symbolen. Gebruikers, softwareontwikkelaars of toeleveranciers kunnen desgewenst eigen symbolen(-bibliotheken) toevoegen. Om te bewerkstelligen dat deze eigen symbolen worden herkend door, en op de juiste wijze kunnen worden geplaatst met NLCS CAD-applicaties, moet de naamgeving ervan worden opgebouwd als in deze paragraaf is beschreven. De NLCS voorziet niet in het uitwisselen van eigen bibliotheken, houdt dan ook rekening met de mogelijke beperkingen in het uitwisselen van eigen bibliotheken tussen verschillende software applicaties. Bronbestand dienen beschikbaar gesteld te worden indien eigen arceringen buiten de organisatie toegepast dienen te worden.
10. Voor het opstellen van eigen symbolen(-bibliotheken) gelden de volgende uitgangspunten:
j.1 Afmetingen in overeenstemming met reeds bestaande symbolen in de betreffende bibliotheek.
j.2 Werk met een schoon template, verwijder eventuele overbodige laag-, symbool en lijnstijldefinities.
j.3 Symbolen worden in principe in m getekend, met uitzondering van symbolen bedoeld voor gebruik in mm, te herkennen aan optie [MM]. Schaalbare objecten, te herkennen aan optie [SO], worden unitless getekend.
j.4 Definieer het symbool rondom het punt 0-punt.
j.5 Teksten en attributes worden ook op de layer 0 / defeault geplaatst.


### Lijnstijlen
1. Voor objecten die (kunnen) worden gerepresenteerd door middel van lijnstijlen, zijn binnen NLCS lijnstijl(-bibliotheken) beschikbaar.
2. De naamgeving van lijnstijlen is als volgt:

[STATUS]-BIBLIOTHEEKNAAM-LIJNSTIJLNAAM-[OPT]

waarbij:
* STATUS kan zijn: B (Bestaand), T (Tijdelijk), V (Vervallen) of R (Revisie). Het invullen van de STATUS is optioneel en wordt alleen toegepast als de lijnstijl voor een STATUS afwijkt van de generieke lijnstijl (van de STATUS Nieuw);

* BIBLIOTHEEK de naam is van de bibliotheek waarin de lijnstijl is opgenomen. Een lijnstijlenbibliotheek kan ook één enkele lijnstijl bevatten. Een bibliotheeknaam is opgebouwd uit de afkorting van de betreffende HOOFDGROEP (bijvoorbeeld: VH is de naam van de lijnstijlenbibliotheek die hoort bij de HOOFDGROEP VERHARDING).

* LIJNSTIJLNAAM de naam is van de lijnstijl zelf (doorgaans gelijk aan de naam van het betreffende OBJECT of SUBOBJECT). De opbouw van de lijnstijlnaam is vrij. Er worden underscores (“_”) toegepast om het symbool nader te specificeren. De lijnstijlbibliotheken voorzien in varianten om grafisch onderscheid mogelijk te maken. De lijst van lijnstijlen waarvoor varianten beschikbaar zijn is opgenomen in bijlage 4: “Lijnstijl varianten”.

* De standaard lijnstijl voor een OBJECT de weergave is van dat OBJECT in situatie met één representatie (dus zonder STATUS en/of OPT).

<table>
<caption>Voorbeelden van lijnstijlnamen</caption>
<tr>
<td>VH-TROTTOIRBAND-SO</td>
<td>trottoirband in situatie uit de bibliotheek VH (Verhardingen)</td>
</tr>
<tr>
<td>V-VH-TROTTOIRBAND-SO</td>
<td>trottoirband vervallen uit de bibliotheek VH (is de standaard lijnstijl met toevoeging van een dubbele schrap ( // ) voor trottoirband in situatie)</td>
</tr>
<tr>
<td>VH-TROTTOIRBAND_VARIANT01-SO</td>
<td>trottoirband in situatie uit de bibliotheek VH (is variant op de standaard lijnstijl voor trottoirband in situatie om onderscheid te kunnen duiden)</td>
</tr>
</table>

3. In principe bestaat een lijnstijl voor een OBJECT met de STATUS V (Vervallen) uit het standaard lijnstijl voor dat OBJECT met een dubbele schrap ( // ) daar doorheen getekend.



Expand Down
25 changes: 15 additions & 10 deletions docs/howtoquery/h/4.md
Original file line number Diff line number Diff line change
Expand Up @@ -17,16 +17,16 @@ De query ziet er als volgt uit:

De [query voor arceringen](https://github.com/nl-digigo/NLCS/blob/main/code/Query%20arceringen.rq) resulteert in een tabel zoals deze, gespiegeld voor betere leesbaarheid:

| | | | | |
|----------|------|------|------|------|
| FASE | | | | |
| BIB | AVH | AVH | AVH | AVH |
| ARCERING | | SO | SO | SO |
| opt | | 396 | 151 | 150 |
| ID | | glas | glas | geotextiel |
| VRKL_KORT| | | | |
| VRKL_LANG| | | | |
| STATUS | * | * | * | * |
| | | | |
|----------|------|------|------|
| FASE | | | |
| BIB | AVH | AVH | AVH |
| ARCERING | AVH-GLAS-SO | AVH-GLAS-SO | AVH-GEOTEXTIEL-SO |
| opt | SO | SO | SO |
| ID | 396 | 151 | 150 |
| VRKL_KORT| glas | glas | geotextiel |
| VRKL_LANG| | | |
| STATUS | * | * | * |

Waarbij VRKL_LANG is leeggelaten, daar staat een getallenreeks met soms komma's erin die niet lekker download naar een CSV

Expand Down Expand Up @@ -76,9 +76,14 @@ optional {
}
</pre>

<div class="issue" data-number="280"></div>

<div class="issue" data-number="261"></div>


<div class="issue" data-number="279"></div>


## Tabel disciplines
De [query voor disciplines](https://github.com/nl-digigo/NLCS/blob/main/code/Query%20disciplines.rq) resulteert in een tabel zoals deze:

Expand Down
Loading

0 comments on commit 907a408

Please sign in to comment.