-
Notifications
You must be signed in to change notification settings - Fork 0
Database servers
DiDo onderscheidt drie databasestromen:
- de ODL database, de database waar de templates van de ODL tabellen worden opgehaald
- de DiDo database waar alle leveringen met hun verwerkingsinformatie in worden opgeslagen
- de foreign database, die bevat de tabellen die in DiDo moeten worden geimporteerd
In config.yaml worden deze drie servers gedefinieerd. Voorbeeld:
SERVER_CONFIGS:
ODL_SERVER_CONFIG:
POSTGRES_PORT: 5432
POSTGRES_DB: techniek
POSTGRES_SCHEMA: datamanagement
DATA_SERVER_CONFIG:
POSTGRES_PORT: 5432
POSTGRES_DB: data
POSTGRES_SCHEMA: odl
FOREIGN_SERVER_CONFIG:
POSTGRES_PORT: 5432
POSTGRES_DB: ruimte
POSTGRES_SCHEMA: geo
# select server to use as POSTGRES_HOST
HOST: datawarehouse_dev
De credentials worden als volgt opgehaald: eerst worden gekeken naar de .pgpass file in de user home directory. Indien .pgpass niet bestaat dan worden de credentials opgehaald uit de .env file in de config directory (POSTGRES_USER en POSTGRES_PASSWORD).
De gebruiker kan een development server gebruiken of de productieserver. Dat wordt aangegeven met HOST:
gevolgd door datawarehouse-prd
of datawarehouse-dev
. Wat de adressen van deze servers zijn wordt gespecificeerd in de [dido.yaml file](DiDo bootstrap file).
DiDo heeft alle drie de servers nodig. In de praktijk is het verstandig om af te blijven van de ODL_SERVER_CONFIG. De DATA_SERVER_CONFIG behoeft meestal geen verandering en de FOREIGN_SERVER_CONFIG alleen maar als je tabellen importeert.