Skip to content

Database servers

RnoldR edited this page Sep 5, 2024 · 3 revisions

DiDo onderscheidt drie databasestromen:

  1. de ODL database, de database waar de templates van de ODL tabellen worden opgehaald
  2. de DiDo database waar alle leveringen met hun verwerkingsinformatie in worden opgeslagen
  3. de foreign database, die bevat de tabellen die in DiDo moeten worden geimporteerd

In config.yaml worden deze drie servers gedefinieerd. Voorbeeld:

SERVER_CONFIGS:
  ODL_SERVER_CONFIG:
    POSTGRES_PORT: 5432
    POSTGRES_DB: techniek
    POSTGRES_SCHEMA: datamanagement

  DATA_SERVER_CONFIG:
    POSTGRES_PORT: 5432
    POSTGRES_DB: data
    POSTGRES_SCHEMA: odl

  FOREIGN_SERVER_CONFIG:
    POSTGRES_PORT: 5432
    POSTGRES_DB: ruimte
    POSTGRES_SCHEMA: geo

# select server to use as POSTGRES_HOST
HOST: datawarehouse_dev

De credentials worden als volgt opgehaald: eerst worden gekeken naar de .pgpass file in de user home directory. Indien .pgpass niet bestaat dan worden de credentials opgehaald uit de .env file in de config directory (POSTGRES_USER en POSTGRES_PASSWORD).

De gebruiker kan een development server gebruiken of de productieserver. Dat wordt aangegeven met HOST: gevolgd door datawarehouse-prd of datawarehouse-dev. Wat de adressen van deze servers zijn wordt gespecificeerd in de [dido.yaml file](DiDo bootstrap file).

DiDo heeft alle drie de servers nodig. In de praktijk is het verstandig om af te blijven van de ODL_SERVER_CONFIG. De DATA_SERVER_CONFIG behoeft meestal geen verandering en de FOREIGN_SERVER_CONFIG alleen maar als je tabellen importeert.

Clone this wiki locally