forked from EnnoMeijers/lod-aggregator
-
Notifications
You must be signed in to change notification settings - Fork 2
/
Copy pathconverter.log
12 lines (11 loc) · 22.5 KB
/
converter.log
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
43905 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 1769728, col: 2756] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "Typische zwarte mannenhoed die nu bekend staat als 'kat', maar waarvan de precieze benaming ‘hŭngnip’ (zwart hoofddeksel van het 'ip'-type) is. De proporties van het bovendeel en de rand verschillen per periode en per regio (zie 360-2955 ter vergelijking voor andere vorm). Oorspronkelijk mochten alleen literaten en de hogere klasse deze paardenharen hoed dragen. Pas aan het einde van de Chosŏnperiode werd dit privilege afgeschaft en konden mannen uit alle lagen van de bevolking dit soort hoeden, tot dan toe het symbool van aanzien, gaan dragen.<BR> De hoed zelf staat model voor gematigdheid en beheersing, waarden waar de confucianistische elite belang aan hechtte. Het nekkoord (kakkŭn) is bij deze hoed gemaakt van zijde, hetgeen opmerkelijk is omdat dergelijke koorden vaak zijn gedecoreerd met kralen van een verscheidenheid aan materialen, die tevens de status van de drager aangaven.<BR> Dit type hoed was een zeer belangrijk deel van het straatbeeld in Korea in de negentiende eeuw. Charles Varat, een negentiende-eeuwse ontdekkingsreiziger die van het Franse Ministerie van Onderwijs de opdracht kreeg om etnografische studie te doen, beschrijft zijn reis naar het Koreaanse schiereiland in zijn werk Voyage en Corée (1892) en beschrijft Korea als 'lepays des chapeaux', oftewel het 'land der hoeden'.<BR> <BR> Typical black hat for men that is now mainly known as ‘kat,’ but is more precisely named the ‘hŭngnip’ (black ip-type headdress; see also 360-2955). The proportions of the top and the brim varies per period and per region (see 360-2955 for a totally different form). Originally, this hat made of horsehair could only be worn by literati and the higher classes. Only at the end of the Chosŏn period were these privileges abolished and did it become possible for men of all social strata to wear this hat, which is often considered a symbol of distinction.<BR> The hat itself is a model of modesty and restraint, values that were considered important by the Confucian elite. The chin cord (kakkŭn) here is made of silk, which is remarkable. In contrast to the distinguished black hat, the cord would often be decorated with beads of various materials, and give an indication of the wearer's status.<BR> This type of hat was a very important part of the street scene in Korea in the 1800s. Charles Varat, the nineteenth-century explorer mandated by the French Ministry of Education (then ‘la Ministère de l'Instruction Publique) to conduct ethnographic studies, describes his travels to the Korean peninsula in 1888-89 in his work Voyage en Corée and characterizes Korea as ‘le pays des chapeaux,’ or the 'country of hats’ (Varat 1892)."
77805 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 3316671, col: 565] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "In 1930 was de samenstelling van het docentencorps als volgt:<BR> W.F. Stutterheim (directeur). Docenten: A. Bakker (tevens plaatsvervangend directeur), Th.W. Nannings, F.K. Stephan, N.J. Wortel, B.A. van den Bosch, R. Katamsi, R.L. Mellema, Dr J.Ph. Duijvendak, J.C. Pet (amanuensis). <BR> (Bron: Regerings-almanak voor Nederlandsch-Indië, 1930 dl. 2, p. 463).<BR> <BR> De twee vrouwen op de foto behoren niet tot de docenten, maar zijn mogelijk administratief personeel.<BR> "
96426 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 4136556, col: 565] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "In 1930 was de samenstelling van het docentencorps als volgt:<BR> W.F. Stutterheim (directeur). Docenten: A. Bakker (tevens plaatsvervangend directeur), Th.W. Nannings, F.K. Stephan, N.J. Wortel, B.A. van den Bosch, R. Katamsi, R.L. Mellema, Dr J.Ph. Duijvendak, J.C. Pet (amanuensis). <BR> (Bron: Regerings-almanak voor Nederlandsch-Indië, 1930 dl. 2, p. 463).<BR> <BR> De twee vrouwen op de foto behoren niet tot de docenten, maar zijn mogelijk administratief personeel.<BR> "
105601 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 4561528, col: 363] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "Op de muts zijn religieuze teksten in het Arabisch en Perzisch geborduurd en in de rand staat de naam van de maker en het jaartal 1244 A.H. (is 1828-29 A.D.).<BR> Op één regel staat: لا حَوْلَ وَلا قُوَّةَ إِلا بِالله la hawla wala quwwata illa billah, er is geen macht of kracht behalve bij God. <BR> "
118878 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 5213461, col: 3974] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "Typische zwarte mannenhoed die nu bekend staat als 'kat', maar waarvan de precieze benaming ‘hŭngnip’ (zwart hoofddeksel van het 'ip'-type) is. De proporties van het bovendeel en de rand verschillen per periode en per regio (zie 520-12 ter vergelijking voor andere vorm). Oorspronkelijk mochten alleen literaten en de hogere klasse deze paardenharen hoed dragen. Pas aan het einde van de Chosŏn-periode werd dit privilege afgeschaft en konden mannen uit alle lagen van de bevolking dit soort hoeden, tot dan toe het symbool van aanzien, gaan dragen.<BR> De hoed zelf staat model voor gematigdheid en beheersing, waarden waar de confucianistische elite belang aan hechtte. De brede rand van dit exemplaar is typerend voor hoeden uit de late Chosŏn-periode, toen het mode werd om de hoede steeds groter te maken. Dit resulteerde in een oproep tot gematigdheid, en hoeden van het einde van deze periode hebben weer een groter bovendeel en minder brede rand.<BR> Dit type hoed was een zeer belangrijk deel van het straatbeeld in Korea in de negentiende eeuw. Charles Varat, een negentiende-eeuwse ontdekkingsreiziger die van het Franse Ministerie van Onderwijs de opdracht kreeg om etnografische studie te doen, beschrijft zijn reis naar het Koreaanse schiereiland in zijn werk Voyage en Corée (1892) en beschrijft Korea als 'lepays des chapeaux', oftewel het 'land der hoeden'.<BR> Traditionele Koreaanse hoofdbedekking kan grotendeels worden ingedeeld in twee groepen. De eerste groep is die van mutsen en kappen (kŏn ‘doek/muts’ en kwan 'kroon’), bedoeld om de haarknot te verbergen en de social status van de drager aan te geven. Deze hoofddeksels worden direct op de huid gedragen en blijven ook binnenshuis op het hoofd. De tweede categorie is voornamelijk bedoeld voor gebruik buitenshuis en behelst hoeden met een rand (zoals Westerse hoeden) die worden aangeduid als ‘ip’ en ‘mo’.<BR> <BR> Typical black hat for men that is now mainly known as ‘kat,’ but is more precisely named the ‘hŭngnip’ (black ip-type headdress; see also 520-12). The proportions of the top and the brim varies per period and per region (see 360-2955 for a totally different form). Originally, this hat made of horsehair could only be worn by literati and the higher classes. Only at the end of the Chosŏn period were these privileges abolished and did it become possible for men of all social strata to wear this hat, which is often considered a symbol of distinction.<BR> The hat itself is a model of modesty and restraint, values that were considered important by the Confucian elite. De wide brim of this object is typical of hats from the late Chosŏn period, when it became fashion to increase the brim size. This resulted in a call for modesty, and hats from the end of this period have again a larger top and smaller brim.<BR> This type of hat was a very important part of the street scene in Korea in the 1800s. Charles Varat, the nineteenth-century explorer mandated by the French Ministry of Education (then ‘la Ministère de l'Instruction Publique) to conduct ethnographic studies, describes his travels to the Korean peninsula in 1888-89 in his work Voyage en Corée and characterizes Korea as ‘le pays des chapeaux,’ or the 'country of hats’ (Varat 1892).<BR> Traditional Korean headdress can largely be divided into two groups. The first group is that of caps and hats (kŏn, or ‘cloth/cap,’ and kwan, or 'crown’), worn for the purposes of covering up the topknot and indicating the social status of the bearer. These are worn directly to the skin and can be worn inside the house. The second category is mainly for use outside of the house and consists of hats with a crown and brim (resembling the shape of Western hats), referred to as ‘ip’ and ‘mo.’ The most well-recognized hat in this category is the typical black kat worn by the educated classes.<BR> "
165021 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 7480859, col: 1432] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "Interieur met minbar van de Grote Moskee in Medan. Het ontwerp van de moskee is van Theodoor van Erp. (1) Een gedeelte van de minbar was vanuit Amsterdam naar Medan verscheept. De Sumatra Post berichtte er op 21 mei 1909 in de rubriek "Amsterdamsche Brieven" als volgt over:<BR> <BR> "Vertegenwoordigers van de dagbladen zijn in de gelegenheid gesteld om in de kunstsmederij van den Heer Dingemans, (vroeger van Vuuren) op den Overtoom, een merkwaardig kunstwerk te zien, dat voor Deli is bestemd. Het is de koepelvormige afdekking van een Mimbar (preekstoel) voor de nieuwe moskee van den Sultan van Deli. Het geheel toestel ter hoogte van 4 1/2 Meter is uitgevoerd in geel koper, in een matten toon gehouden. Gedurende een half jaar hebben 15 bekwame werklieden er aan gewerkt, begrijpelijk als men de rijke ornamentiek voor oogen ziet. De heer Kerstens, Ingenieur van de Deli-Spoor, heeft de bestelling gedaan en was met het toezicht op de uitvoering belast. Aanvankelijk was bepaald dat het mooie werk bij Sinkel op het Damrak zou worden tentoongesteld, maar hiertegen werden door den lastgever bezwaren gemaakt. Het zal nu dezer dagen worden verzonden. Omega"<BR> <BR> 1) zie onder meer het artikel "Uit de Indische Bladen. De nieuwe missigit te Medan." in Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië d.d. 18-08-1909, en Shatanawi 2009: 253-255."
192312 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 8875492, col: 49] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "مُرَقَّعَةmuraqqa’a"
209452 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 9756680, col: 2906] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "Hoofddeksel voor ambtenaren aan het hof en deel van het hofkostuum of chobok. Dit kostuum werd gedragen door ambtenaren en officiers wanneer zij ceremonies aan het hof bijwoonden.<BR> Op het bovenste gazen segment, dat van voor naar achter over het hoofd loopt (afgescheurd maar wel aanwezig) lopen verschillende gouden lijnen. Het aantal lijnen, yang (梁) geheten, verschilt al naar gelang de rang van de drager (een lijn voor de laagste rangen, zes voor de koninklijke familie). Vanwege de aanwezigheid van deze lijnen wordt dit hoofddeksel ook wel yanggwan genoemd. Het hoofddeksel is gedecoreerd met tangch'o () en goudverf rondom.<BR> <BR> De achterkant hoog oplopend, aan de zijkanten aansluitend aan een rechte rondgaande band van 8 cm. hoogte. Beide delen zijn van verguld bordpapier, met figuren besneden. Een gebogen zwarte band van gaas (waarschijnlijk vervaardigd van paardenhaar) verbindt de rondgaande band met het achterstuk. De houten pen bij N.K.V. 1/5164 beschreven, is niet meer aanwezig. Dun blauw koordje dat volgens oude zettel aan de zijkanten is bevestigd, is ook niet meer aanwezig.<BR> Traditionele Koreaanse hoofdbedekking kan grotendeels worden ingedeeld in twee groepen. De eerste groep is die van mutsen en kappen (kŏn ‘doek/muts’ en kwan 'kroon’), bedoeld om de haarknot te verbergen en de social status van de drager aan te geven. Met name dit laatste geldt voor het hoofddeksel hier. De tweede categorie is voornamelijk bedoeld voor gebruik buitenshuis en behelst hoeden met een rand (zoals Westerse hoeden) die worden aangeduid als ‘ip’ en ‘mo’.<BR> <BR> This headgear is part of the court costume called chobok. It was worn by civil and military officials when they attended ceremonies at the court.<BR> On the top curved segment of the crown running from front to back (torn off but present) we can see several golden lines . The number of these lines, called yang (梁), differ according to the rank of the person wearing the crown (one for the lowest ranking officials, to six for the royal family). Because of these threads or yang, this type of headgear is also called yanggwan. The crown is decorated with tangch'o patterns and has gold paint all around.<BR> Traditional Korean headdress can largely be divided into two groups. The first group is that of caps and hats (kŏn, or ‘cloth/cap,’ and kwan, or 'crown’), worn for the purposes of covering up the topknot and indicating the social status of the bearer. The latter goes for the object presented here as well. The second category is mainly for use outside of the house and consists of hats with a crown and brim (resembling the shape of Western hats), referred to as ‘ip’ and ‘mo.’ The most well-recognized hat in this category is the typical black kat worn by the educated classes.<BR> "
225134 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 10478936, col: 3900] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "Typische zwarte mannenhoed die nu bekend staat als 'kat', maar waarvan de precieze benaming ‘hŭngnip’ (zwart hoofddeksel van het 'ip'-type) is. De proporties van het bovendeel en de rand verschillen per periode en per regio (zie 360-2955 ter vergelijking voor andere vorm). Oorspronkelijk mochten alleen literaten en de hogere klasse deze paardenharen hoed dragen. Pas aan het einde van de Chosŏnperiode werd dit privilege afgeschaft en konden mannen uit alle lagen van de bevolking dit soort hoeden, tot dan toe het symbool van aanzien, gaan dragen.<BR> De hoed zelf staat model voor gematigdheid en beheersing, waarden waar de confucianistische elite belang aan hechtte. Het nekkoord (kakkŭn) is bij deze hoed gemaakt van zijde, hetgeen opmerkelijk is omdat dergelijke koorden vaak zijn gedecoreerd met kralen van een verscheidenheid aan materialen, die tevens de status van de drager aangaven.<BR> Dit type hoed was een zeer belangrijk deel van het straatbeeld in Korea in de negentiende eeuw. Charles Varat, een negentiende-eeuwse ontdekkingsreiziger die van het Franse Ministerie van Onderwijs de opdracht kreeg om etnografische studie te doen, beschrijft zijn reis naar het Koreaanse schiereiland in zijn werk Voyage en Corée (1892) en beschrijft Korea als 'lepays des chapeaux', oftewel het 'land der hoeden'.<BR> Traditionele Koreaanse hoofdbedekking kan grotendeels worden ingedeeld in twee groepen. De eerste groep is die van mutsen en kappen (kŏn ‘doek/muts’ en kwan 'kroon’), bedoeld om de haarknot te verbergen en de social status van de drager aan te geven. Deze hoofddeksels worden direct op de huid gedragen en blijven ook binnenshuis op het hoofd. De tweede categorie is voornamelijk bedoeld voor gebruik buitenshuis en behelst hoeden met een rand (zoals Westerse hoeden) die worden aangeduid als ‘ip’ en ‘mo’.<BR> <BR> Typical black hat for men that is now mainly known as ‘kat,’ but is more precisely named the ‘hŭngnip’ (black ip-type headdress; see also 360-2955). The proportions of the top and the brim varies per period and per region (see 360-2955 for a totally different form). Originally, this hat made of horsehair could only be worn by literati and the higher classes. Only at the end of the Chosŏn period were these privileges abolished and did it become possible for men of all social strata to wear this hat, which is often considered a symbol of distinction.<BR> The hat itself is a model of modesty and restraint, values that were considered important by the Confucian elite. The chin cord (kakkŭn) here is made of silk, which is remarkable. In contrast to the distinguished black hat, the cord would often be decorated with beads of various materials, and give an indication of the wearer's status.<BR> This type of hat was a very important part of the street scene in Korea in the 1800s. Charles Varat, the nineteenth-century explorer mandated by the French Ministry of Education (then ‘la Ministère de l'Instruction Publique) to conduct ethnographic studies, describes his travels to the Korean peninsula in 1888-89 in his work Voyage en Corée and characterizes Korea as ‘le pays des chapeaux,’ or the 'country of hats’ (Varat 1892).<BR> Traditional Korean headdress can largely be divided into two groups. The first group is that of caps and hats (kŏn, or ‘cloth/cap,’ and kwan, or 'crown’), worn for the purposes of covering up the topknot and indicating the social status of the bearer. These are worn directly to the skin and can be worn inside the house. The second category is mainly for use outside of the house and consists of hats with a crown and brim (resembling the shape of Western hats), referred to as ‘ip’ and ‘mo.’ The most well-recognized hat in this category is the typical black kat worn by the educated classes.<BR> "
260251 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 12034864, col: 4318] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "Katoenen hemd dat is beschreven met religieuze en magische teksten zoals koranverzen, hadiths (uitspraken van de profeet Mohammed), gebeden en spreuken, de schone namen of eigenschappen van God (al-asmā’ al-ḥusnā), mystieke aanroepingen van God (zoals آه شرا هيا, اذوناي) en namen van islamitische profeten en de engel Gabriël. In het Ottomaanse Rijk werd dit soort hemden gebruikt door de sultan en andere leden van het hof en door hoge militairen. Op dit hemd wordt de eigenaar bij naam genoemd, ook hij behoort waarschijnlijk tot deze kringen.<BR> <BR> Talismanhemden werden in alleen in bepaalde delen en perioden van de islamitische wereld gebruikt: India in de Mughalperiode (1526-1857), Turkije in de Ottomaanse periode (ca. 1299-1922) en West-Afrika. In de Nederlandse collecties bevinden zich ook enkele talismanhemden uit Indonesië. De hemden konden voor vele doeleinden gebruikt worden: als bescherming op het slagveld, bij ziekte of als ceremonieel hemd bij officiële en feestelijke gelegenheden. Hemden zoals deze werden ook wel opgevouwen tot amulet en meegedragen in een doosje (Maddison and Savage-Smith 1997: 117, Leoni 2016: 58).<BR> <BR> De Arabische inscripties op het hemd zijn overwegend geschreven in naskh-schrift en zijn zowel op voor- als achterkant aangebracht in een symmetrisch patroon. Centraal in dit patroon staan twee ruitvormen met daarbinnen een achthoek. In een lettertype dat vierkant Koefisch heet, staat hier in witte letters tegen een rode achtergrond de islamitische geloofsbelijdenis, de shahada: ‘Er is geen god dan God en Mohammed is Gods profeet’. De geloofsbelijdenis staat op z’n kant, waardoor de tekst niet meteen te lezen is; dit versterkt de magische werking van het hemd.<BR> <BR> Driemaal wordt de eigenaar van het hemd bij naam genoemd. Met opzet wordt hij niet volledig bekend gemaakt. Zijn naam, Ali ibn (Ali, de zoon van), wordt gevolgd door een lege plek waar de rest van zijn naam hoort te staan. Op de voorzijde van het hemd staat:<BR> يا علي انت البس المهابة المتجلي بالكبر و النور <BR> “O Ali, jij draagt deze duidelijke grootsheid [bedoeld is het hemd] met trots en uitstraling.”<BR> Verder staat er een gebed waarin God gevraagd wordt hem te beschermen:<BR> اللهم احفظ صاحب الكتابة هذا على بن من كل اآلفات و البالية<BR> “God, bescherm de eigenaar van dit geschrevene, Ali ibn, tegen ongeluk en slechte zaken.”<BR> Op de achterzijde van het hemd staat:<BR> سئلك أن تحفظ حامل هذا القميص علي بن<BR> “Ik vraag u [God] om de drager van dit hemd te beschermen, Ali ibn.”<BR> <BR> Opvallend aan dit talismanhemd zijn de vele magische vierkanten. In een magische vierkant worden getallen bij elkaar gezet. Wanneer de cijfers in zo'n magisch vierkant bij elkaar worden opgeteld krijgt men aan alle zijden hetzelfde getal. De cijfers komen soms overeen met letters uit het alfabet zodat er eigenlijk een woord staat. Een vierkant samengesteld uit woorden geeft meestal een bepaalde formule weer. Door gebruik te maken van een vierkant krijgt de tekst meer kracht.<BR> <BR> Verder zijn er magische symbolen en lettertekens in opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn de zeven zegels (saba ̒ khawātim) waartoe ook het Salomonszegel, een vijfpuntige ster, behoort, de halve-maantekens (‘lunette script’), de mysterieuze letters (ḥurūf al-muqaṭṭa'a) uit de Koran en de zogenaamde gekroonde woorden die met deze letters gevormd worden.<BR> <BR> De koranteksten op het hemd zijn vooral teksten die bekend staan om hun magische en beschermende werking. Dit zijn ondermeer het openingshoofdstuk van de Koran (al-Fātiḥa), het Troonvers (Koran 2: 255) en het vers 18:78 uit de Koran. Verder zijn vertegenwoordigd de hoofdstukken De tafel (soera 5), De kantelen (soera 7), Yā Sīn (soera 36), Het succes (soera 48), De mens (soera 76), al-Ikhlaaṣ (soera 112) en de zogenoemde amuletsoera’s (al-mu'awwiḏatān), te weten hoofdstuk 113 en hoofdstuk 114. De koranteksten zijn meestal niet in hun volledige vorm vertegenwoordigd, maar opgeknipt in delen en verspreid over het hemd. Deze vorm versterkt de magische werking van het hemd.<BR> "
293371 [main] WARN org.apache.jena.riot - [line: 13490991, col: 1432] {W131} String not in Unicode Normal Form C: "Interieur met minbar van de Grote Moskee in Medan. Het ontwerp van de moskee is van Theodoor van Erp. (1) Een gedeelte van de minbar was vanuit Amsterdam naar Medan verscheept. De Sumatra Post berichtte er op 21 mei 1909 in de rubriek "Amsterdamsche Brieven" als volgt over:<BR> <BR> "Vertegenwoordigers van de dagbladen zijn in de gelegenheid gesteld om in de kunstsmederij van den Heer Dingemans, (vroeger van Vuuren) op den Overtoom, een merkwaardig kunstwerk te zien, dat voor Deli is bestemd. Het is de koepelvormige afdekking van een Mimbar (preekstoel) voor de nieuwe moskee van den Sultan van Deli. Het geheel toestel ter hoogte van 4 1/2 Meter is uitgevoerd in geel koper, in een matten toon gehouden. Gedurende een half jaar hebben 15 bekwame werklieden er aan gewerkt, begrijpelijk als men de rijke ornamentiek voor oogen ziet. De heer Kerstens, Ingenieur van de Deli-Spoor, heeft de bestelling gedaan en was met het toezicht op de uitvoering belast. Aanvankelijk was bepaald dat het mooie werk bij Sinkel op het Damrak zou worden tentoongesteld, maar hiertegen werden door den lastgever bezwaren gemaakt. Het zal nu dezer dagen worden verzonden. Omega"<BR> <BR> 1) zie onder meer het artikel "Uit de Indische Bladen. De nieuwe missigit te Medan." in Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië d.d. 18-08-1909, en Shatanawi 2009: 253-255."